Vanaf dat ik de trailer zag, wist ik dat ik deze film wilde zien en dan ook het liefst in de bioscoop. Ondanks dat de film over een paar dagen gewoon te streamen is, gingen we dan ook op een zonnige zondagochtend naar Amsterdam om deze film over Leonard Bernstein te zien. Mijn gozer is wel twee keer in slaap gevallen bij West Side Story, maar ik had er vertrouwen in dat hij hier toch wel wakker zou blijven. Dat is ook gelukt.
Leonard Bernstein, componist, dirigent
Persoonlijk ken ik Bernstein alleen als componist. Natuurlijk van West Side Story, maar ook van andere musicals. Ik wist wel dat hij ook dirigent was, maar mijn focus ligt daar helemaal niet op. In de film komt wel naar voren dat hij er zelf ook moeite mee had dat hij die twee kanten van muziekkunst beheerste. Aan de ene kant maakte hij niet genoeg nieuw werk, aan de andere kant had hij juist ook heel vee plezier in het dirigeren (als performance). En ik heb gezien dat zijn dirigeren inderdaad erg energiek en inspirerend is. Hoe goed Bradley Cooper ook zijn best doet, hij komt wat dirigeren betreft denk ik niet echt in de buurt van Bernstein. Maar dat hoeft ook niet.
Want achter de componist en dirigent zit de persoon Lenny. En die was complex en intens. Cooper geeft als regisseur en acteur het gevoel dat je heel intiem mee zit te kijken in het leven van de man en zijn familie. Er spreekt een groot respect uit zijn aanpak. De bezwaren tegen zijn keuze voor een neusprothese houden dan ook echt geen stand. Het respect voor de man straalt in de hele film. Ook omdat delen van de film zijn gefilmd in de stijl van de tijdperiode, heb je soms het idee dat het dichtbij een documentaire komt (dichtbij, maar het blijft fictie – goedgekeurd door de kinderen van Bernstein).
Liefdesverhaal?
Liefde speelt een sterke en belangrijke rol in het verhaal. Maar ik vind het geen ‘groot liefdesverhaal’. Het is een alledaags liefdesverhaal, maar dat maakt het niet minder bijzonder. Het is allesomvattende liefde, tussen een man en een vrouw, binnen de familie, en uiteindelijk ook de liefde die men soms zoekt en vindt buiten de vaste relatie. Dat die liefde dan soms dingen kapot maakt, wordt ook duidelijk. Dat is allemaal niet zo wereldschokkend.
Toch is het emotioneel. Juist omdat het herkenbaar kan zijn. Hoe een koppel, een familie, omgaat met een breuk; hoe men elkaar toch weer kan vinden omdat er een besef is dat die unieke band die je samen hebt erg sterk is. Maar vooral ook omdat liefde pas echt pijn doet als je het voor altijd verliest. ‘Love isn’t love until it’s passed’, zong Prince al. En daarmee geef ik zonder spoilers aan dat de film aangrijpend kan zijn als je (kortgeleden) iemand verloren hebt.
Wat blijft
Uit dit alles, Bernsteins familieleven, zijn carierre, hebben ‘wij’ als publiek de fantastische muziek uit West Side Story overgehouden. En natuurlijk zijn muzikale inbreng in film en tv, en als dirigent van grote orkesten. ‘Klassieke’ muziek, van componisten die lang geleden zijn overleden, blijft door inzet van dirigenten als Bernstein lang levend. En wordt niet alle muziek uiteindelijk klassiek? Blijft die muziek levend, omdat er altijd mensen, muzikale talenten, zullen zijn die de kracht van die muziek levend houden?
Wat de film betreft: ik heb genoten (en er rolde ook wel een traantje over mijn wang). Het is een intieme film, die aanvoelt als ‘echt’ en natuurlijk. Misschien dat je de toon en woordkeuzes van de acteurs wat raar vindt, maar dat was wel de manier waarop mensen in die tijd praten. Mijn tip is om als voorbereiding toch eens die film … West Side Story … te kijken. Of On The Town, met Gene Kelly. En dan hoop ik dat er ook snel een biopic over Gene Kelly komt.
Leave a Reply